Ik ben gehard door de tijd, breek nooit, buig met de wind mee en ga mijn weg, tot voor kort. De afgelopen twee jaar is het anders, alles komt dubbel zo hard binnen en de vestigingsmuren die ik optrok lijken te barsten, alsof ze gemaakt zijn van poreus cement, bedoeld om te verzwakken en dan al die gevoelens en emoties door te laten. Laat me, laat me verdrinken, denk ik dan. Tot ik mijn handen ertegen plaats en tracht het doorstromen van al die gevoelens tegen te houden, ik moest maar eens de controle kwijtgeraken. Dus schrijf ik op maagdelijk wit papier en maak ondertussen vlekken die ik niet meer kan opschonen.
Alles is woke en mijn vestigingen zijn wak geworden. Alles kan erdoor en ik hou me in om niet te breken, door te breken of te vervallen tot een chaotische neuroot. Een nieuwe versie van het monster van Loch Ness, die man die ik nooit wilde worden, zoals de mannen die me voorgingen en toch treed ik in hun voetsporen.
Mijn naam is PJ. Ik ben al lang op zoek naar de lach, naar mezelf als wie ik ben en worden mag. Maar het duurt zo lang, het is alsof ik twee stappen vooruit zet, om dan drie naar achteren te plaatsen. Ik wil vinden en verdwaal onderweg.
Mogelijk fragment uit “De Fastfood Romanticus.”