Een burn-out veegde me weg van de positie waarin ik verkeerde en misschien wel verkeerdelijk zat. Ook al gaf ik alles en denk ik toch zeer humaan om te gaan met mijn personeel. Ik was onderdirecteur van een groot Limburgs bedrijf. We maakten fastfood cooking bags, snel en makkelijk verteerbaar voedsel voor zij die moe thuiskomen van hun werk, hapklare dingen. Maar we pasten ons niet aan, aan de nieuwe generatie waar alles vegetarisch, allergievrij en veganistisch moet zijn.
Hardcore fans zijn er nog, maar de verkoop slinkte waardoor ik de laatste jaren meer slecht nieuws mocht vertellen dan goed nieuws mocht brengen. Adviezen die ik gaf om te vernieuwen werden in de wind geslagen.
Nu lig ik plat. Het werd me te veel, de lange uren, de telefoons van ’s morgens vroeg tot midden in de nacht.
Ik was het allemaal beu. Ik voelde me radeloos. Mijn vrouw werd het beu en wilde dat ik me herpakte. Ik zocht verder, maar ook in onze relatie zat er nog steeds een haar in de boter na mijn misstap, ondertussen al meer dan vijftien jaar geleden. Ik kreeg het er niet uit. En het blijft er etteren en het is telkens weer een reden om me af te wijzen.
En ik begrijp het, ik ben er zelf ook niet trots op en schaamde me te pletter voor wat daarna allemaal gebeurde. Maar ik vraag me af hoe lang een mens nog gestraft moet worden voor zijn daden, daden in naïviteit en verlangen dat thuis niet werd ingelost. Twee mensen in wezen verschillend van elkaar, maar die toch niet zonder kunnen.
Ik wil veel minder dan vroeger, niets wil ik nu nog, behalve die warmte. Ik zoek verder, ik zit thuis en wandel, wandel veel, voel ontzettend veel onderweg en huil, maar weet niet waarom. Als ik mijn moeder bel zegt ze er niet zo veel op en begint al snel over mijn zusje, veel jonger dan mij, en hoe moeilijk zij het wel niet heeft.
Ik ben omringd door vrouw, kinderen, familie en therapeuten en toch voelde ik me nog nooit zo alleen. Ik ben onderweg naar de hemel, maar voel alles aan als de hel. Ik ben vijftig dus misschien duurt het niet zo lang meer, de hemel of de hel.
Ik moet dicht bij mezelf blijven, zei mijn burn-out therapeute, dicht bij mezelf, maar wat als je niet meer weet wie dat is? Ik wil terug, naar vroeger, mijn jongere ik, die toen nog impulsief ja zei en gewoon deed en experimenteerde, zich door donkere dagen heen worstelde zonder zich tegen te houden door anderen, gewoon doen omdat het zo hoorde, omdat die drive er was, omdat ik dat wilde, ik, de jonge ik. Waar is die jonge PJ, waar is hij?
Ziehier, de fastfood zang van een fastfood romanticus.
